In Flames – Siren Charms (2014)

in_flames_-_siren_charms_album_coverHet verhaal van het Zweedse In Flames is er eentje dat zo uit het Grote Clichéboek van de rockmuziek zou kunnen komen. Alom geprezen toen ze begin jaren negentig aan de wieg stonden van de Zweedse melodic death metal, samen met At The Gates en Dark Tranquillity dan wel. Maar na hun latere albums werden ze massaal uitgespuwd door fans. Het verschil in sound tussen het nieuwe materiaal en klassieke albums als ‘The Jester Race’ en ‘Colony’ zat daar uiteraard voor veel tussen. En ook op het nieuwe album kijkt het vijftal liever niet meer terug naar vroeger.

Dat hun nieuwe stijl hen wel bevalt, is direct duidelijk. In Plain View doet al van bij aanvang aan Where The Dead Ships Dwell denken, mijns inziens toch één van de betere nummers vanop hun vorige album ‘Scenes Of A Playground Fading’. Wanneer Anders Fridén tijdens het refrein zijn longen volledig leegpompt, lijkt de nieuwe formule nog weliswaar te werken. Ook tijdens Through Oblivion, de powerballad van het album, krijg je bij momenten dat gevoel. Aan death metal moet je jezelf niet meer verwachten, maar zolang de intensiteit en de energie er zijn, kan In Flames nog altijd bekoren.

Tot daar echter het goeie nieuws. Het album heeft enkele vermakelijke stukken, de overgrote meerderheid blijft echter niet aan de darmen plakken. Het merendeel van de nummers mist gewoon de spanning en intensiteit die de oude In Flames zo geweldig maakte. Fridén is duidelijk op zijn best wanneer hij zijn grunts bovenhaalt, maar die krijgen we helemaal niet meer te horen.

Dat hoeft op zich nog niet zo’n groot probleem te zijn. De man heeft een meer dan deftige, direct herkenbare stem. Tijdens When The World Explodes krijgen we echter te horen dat zijn geschreeuw ook niet meer je dat is. Uitbesteden dan maar, die handel, en misschien dat we daarom tijdens dat nummer ook de sirenenzang van operazangeres Emilia Feldt te horen krijgen. Intensiteit is er dan wel, maar toch niet helemaal het soort waar we naar op zoek waren.

Dat brengt ons bij het allergrootste pijnpunt van dit album. Rusted Nail, maar vooral eerder al de titeltrack hadden zeker de potentie om moderne In Flamesklassiekers te worden. Nu werd hen onrecht aangedaan door een vijand die wat mij betreft al enkele latere albums teistert: overproductie. Laat die drums toch beuken, laat die gitaren scheuren. In Flames heeft een genre gepionierd dat bekend stond om lage productiewaarden, death metal klonk ruw en gevaarlijk, als een groot blok snoeihout. Vol splinters, klaar om je te warm te houden tijdens donkere winteravonden. Maar nu klinken ze als een doorsnee modern metalbandje. Een Ikeakastje, van alle splinters en oneffenheden ontdaan en geverfd in één of ander fris kleurtje. Saai. En als u mij het woord kan vergeven: commercieel.

Leave a comment